Haak 8 lossen en sluit af met een halve vaste tot een ring.
1e toer: Haak 3 lossen (is eerste stokje), 2 stokjes, * 3 lossen, 3 stokjes. Vanaf * 6 keer herhalen, 3 lossen. Sluit de toer met een halve vaste in de 3e beginlosse. (Je hebt nu 8 groepjes van 3 stokjes en 3 lossen)
2e toer: Haak nu in ieder boogje van 3 lossen; 1 vaste, 2 stokjes, 1 dubbel stokje, 2 stokjes, 1 vaste.
Je hebt nu een bloem met 8 blaadjes. Vouw deze bloem dubbel en zorg dat de laatste steek onderaan de "bloem"in het midden zit. Haak een halve vaste aan de andere kant van de "bloem" in het midden onder, en haak vervolgens 10 lossen. Sla deze ketting van lossen om het lijfje heen en haak een halve vaste in de 1e losse van deze ketting van lossen. Hecht de draad af.
Haak een ketting van 15 lossen. Hecht de draad af en knoop de uiteinden. Dit zijn de voelsprieten. De voelsprieten trek je bovenaan door de lossen van het lijfje. En klaar is je vlinder.
